Kennismakingsronde – en de beurt is aan Alison Gibbs

16 sep, 2024

Je komt binnen als nieuwe netwerker en vele ogen kijken je aan met de vraag ‘Wie is dat?’ Moedig neem je de microfoon aan en terwijl je je voorstelt denk je: ‘Wie zijn al die ogen die nu naar mij kijken?’ Het antwoord op deze vraag lees je vanaf nu in deze serie. Onze voorzitter Alison Gibbs bijt de spits af!

Alison, je bent niet Nederlandse van geboorte. Hoe ben je hier beland?

Ik ben in Engeland geboren en getogen, maar zei als kind al dat ik daar niet zou blijven. Het buitenland trok me altijd. Na een talenstudie (Duits en Russisch) en opleiding als vertaler ben ik bij een internationale bank gaan werken. Na twee jaar op het hoofdkantoor in Londen zag ik opeens een vacature bij de Dutch representative office. Ik heb die baan ook gekregen (waarschijnlijk als enige sollicitant) en moest het Nederlands dan ook gelijk ‘bij de nonnen’ gaan leren. Dat was in 1987 en ik ben nooit meer weggegaan.

Was vertaler altijd je hoofdberoep, of heb je eerst een andere carrière gehad? Hoe kwam het dat je vertaler bent geworden?

Tijdens mijn studie vond ik de vertalingen over financiële en juridische onderwerpen interessant en wilde ik er meer over weten: zonder het onderwerp te begrijpen kun je namelijk geen goede vertalingen maken. Mede daarom heb ik eerst ruim 10 jaar in diverse functies bij banken gewerkt. Als Engelstalige werd ik toen al regelmatig gevraagd om het Engels van collega’s na te kijken. Dat vond ik eigenlijk veel leuker dan het werk dat bij mijn functie hoorde. Toen ik zwanger was van mijn tweede kind, heb ik dan ook besloten om terug naar de vertaalwereld te gaan.

Wat vind je het leukst aan je werk? 

Het beroep kent veel uitdagingen, waarbij je kennis van veel vakgebieden nodig hebt. Het is juist de afwisseling van onderwerpen die het vak leuk maakt. Mijn vertalingen gaan zelden over taal, maar juist over andere onderwerpen. Vertalen, en met name het spelen met taal, was ook het leukste onderdeel van de vreemde talen die ik op school heb gehad, en nu word ik betaald om dat te doen.

Heb je een USP? Zo ja, wat is die?

Naast het vertalen van financiële en juridische teksten, reviseer ik ook een breed scala van wetenschappelijke artikelen die al in het Engels zijn geschreven, maar nog niet op het taalkundig niveau zijn dat een vakblad eist. Daar maak ik echt Engels van. Hoe goed je Engels als academicus ook is, er zijn altijd dingen die alleen een native speaker aanvoelt.

Is tolk of vertaler een aantrekkelijk beroep om nu voor te kiezen? Waarom zou een jong iemand tolk en/of vertaler willen worden, volgens jou?

Ondanks al de ontwikkelingen met AI, zal de wereld altijd tolken en vertalers nodig hebben. Maar zeer waarschijnlijk wordt hun aantal minder dan nu. Natuurlijk worden sommige teksten al met AI vertaald. Soms zijn de resultaten goed, soms niet en soms zijn ze ronduit hilarisch. Vertalers zijn geneigd om naar perfectie te streven en hebben soms moeite om te accepteren dat ‘Perfect is the enemy of good’. Maar er zijn situaties waar ‘goed genoeg’ gewoon goed genoeg is.

Een belangrijk punt is dat ik voor de kwaliteit van mijn vertalingen insta. Wie doet dat als je het aan AI overlaat?

Hoe dan ook, het beroep is wel aan het veranderen. Misschien zullen vertalers in de toekomst minder vertalen en meer MTPE (machine translation post-editing) doen. De vraag is altijd of je dat wilt blijven doen. Bijna elk beroep is ook anders dan 20 jaar geleden. Beroepen komen en gaan: je past je aan, of je gaat wat anders doen. Op een gegeven moment komt de markt weer in evenwicht.

Hoe heb je van de SNVT gehoord? 

In het begin van mijn vertaalcarrière kende ik geen andere vertalers want al mijn zakelijke contacten waren in de bankwereld. Dit was ook net voordat het internet gemeengoed werd. Je moest dus harder zoeken om contacten op te bouwen. Iemand die ik toevallig bij een Engels vertaalworkshop sprak, nodigde me uit om bij de SNVT (toen: SVVT) te komen kijken. Dat beviel meteen. Zo veel leuke tolken en vertalers bij elkaar. Ik voelde me meteen thuis. En, zoals bij Nederland, ben ik nooit weer weggegaan.

Waarom ben je netwerker geworden?

Voor mij vormde de SNVT de ingang in een vertaalnetwerk waar Nederlands de voertaal is. Dit was naast het netwerk in de Engelstalige vertaalwereld die ik ook aan het opbouwen was. Als ik in mijn eentje was doorgegaan zonder al de leuke collegavertalers en tolken die ik hier heb leren kennen, dan had ik het wiel zeker tien keer opnieuw moeten uitvinden. Los van de gezelligheid, is het veel prettiger en laagdrempeliger als je je vragen aan een groep vakgenoten kunt stellen. En ook opdrachten van elkaar krijgen en aan elkaar geven. De ‘gunfactor’ bij de meeste tolken en vertalers is hoog. We proberen elkaar echt te helpen.

Wat is het leuke/beste met de SNVT?

Het emailforum is natuurlijk heel waardevol, maar nog waardevoller is het feit dat we om de twee maanden bij elkaar komen en elkaar leren kennen.

Wat zou de SNVT nog leuker/relevanter/interessanter kunnen maken?

Voor een deel kunnen we doorgaan zoals we al zijn. We bestaan al sinds 1989, maar als organisatie moet je je blijven vernieuwen. Dat betekent nieuwe (en het liefst jongere) tolken en vertalers aantrekken. Die brengen nieuwe energie en zijn ook goed in het technisch uitvoeren van hun nieuwe ideeën.

Nieuwe netwerkers aantrekken (en oudere netwerkers ook houden!) is een speerpunt in het beleid van de SNVT. In het afgelopen jaar hebben we ook onze doelstelling voor het aantal nieuwe netwerkers gehaald. En ik ben heel blij dat ze (bijna) allemaal jonger zijn dan ik!

Ben je ook lid van andere beroepsorganisaties? Zo ja, hoe verschilt de SNVT van die organisaties?

Naast de SNVT ben ik lid van SENSE (voor taalprofessionals die in het Engels werken) en het NGTV. Ze vullen elkaar goed aan en ik zie ze niet als concurrenten. Zolang ik blijf vertalen, blijf ik lid van alle drie organisaties. Het is heel nuttig om een aantal (soms overlappende) netwerken te hebben. Tolken en vertalers zijn ook (bijna altijd) leuke, interessante mensen!

Dankjewel Alison!